- Cultuur
- Publiek
- Nieuwbouw
Het Wilhelminaplein in Leeuwarden, ook wel bekend als het Zaailand, heeft een ingrijpende verandering ondergaan. Het enorme plein is aanzienlijk verkleind door de toevoeging van het nieuwe Fries Museum aan de oostzijde van het plein en een straatwand met woningen en winkels aan de noordzijde. Het bestaande winkelcentrum Zaailand heeft met het museum een nieuw aanzicht gekregen; de samenvoeging van commerciële en culturele functies creëert een levendige, stedelijke atmosfeer.
Het nieuwe Fries Museum is tot stand gekomen middels een legaat van de Friese architect Abe Bonnema. Bij zijn dood in 2001 liet hij 18 miljoen Euro na voor de bouw van een nieuw Fries museum. Voorwaarde was dat het nieuwe museum gerealiseerd zou worden op het Zaailand, een plein in centrum van de Friese hoofdstad Leeuwarden. Het gebouw is overeenkomstig het testament ontworpen door Hubert-Jan Henket en bouwkundig uitgewerkt door Bonnema architecten.
- Ontwerp: 2002-2006 Hubert-Jan Henket ism Bonnema architecten
- Opdrachtgever: Fries Museum
- Locatie: Leeuwarden
- Oplevering: 2013


Het Zaailand was lange tijd een groot en leeg gebied. Toen Leeuwarden nog een ommuurde vestingstad was, was het een groentetuin. Later werd het een militair paradeterrein, om uiteindelijk een groot plein voor markten, festivals en parkeren te worden. De grote maat en het gebrek aan dichtheid in de bebouwing rondom, maakten dat het plein door velen als onaangenaam en schaalloos werd ervaren.
De ontwikkeling van het museum op het Zaailand maakte het mogelijk de schaal van het plein te verkleinen en extra programma aan het plein toe te voegen. Aan de noordzijde is een straatwand met winkels en woningen ontworpen door Soeters Van Eldonk architecten. Aan de oostzijde is door BiermanHenket het nieuwe Fries Museum gerealiseerd.
Het Fries Museum is een museum over de Friese geschiedenis, kunst en cultuur. De geschiedenis van de noordelijke provincie Friesland wordt van oudsher bepaald door de relatie met water. De specifieke kenmerken van het open landschap, het heldere daglicht, de eigen taal en de no-nonsense mentaliteit van het Friese volk, worden tot uitdrukking gebracht in het nieuwe museum. De keuze voor de locatie van het Zaailand was voor het museum aanleiding om een nieuw museaal concept te ontwikkelen waarin deze Friese identiteit nadrukkelijk midden in de hedendaagse, geglobaliseerde samenleving geplaatst wordt.



Het nieuwe Fries Museum staat tussen het jaren '80 winkelcentrum Zaailand en het plein met activiteiten als de weekmarkt, kermis en festivals. Dwars door het gebouw loopt een openbare voetgangersroute die beide functies verbindt. Ook de hoofdentree voor de bestaande parkeergarage onder het plein is in het gebouw opgenomen. Om het alledaagse, stedelijk programma nog verder op te laden zijn een aantal winkels (waaronder de museumwinkel), een filmhuis met drie zalen, een studio voor Omroep Friesland en een brasserie aan het gebouw toegevoegd.
De begane grond en een tussenverdieping verbinden de verschillende openbare routes en functies met elkaar. Een gebouwhoge centrale hal aan de pleinzijde, biedt zicht op het bovengelegen museum. Een stelsel van uitnodigende trappen en gaanderijen moet passanten verleiden het museum te bezoeken.
De openbare plint van het gebouw is volledig transparant en daarmee een ruimtelijk onderdeel van het publieke domein. Het bovengelegen volume is grotendeels gesloten en bekleed met donker natuursteen. Hier bevinden zich zo'n dertig museumzalen (3200 m2) voor regionale kunst, cultuur en geschiedenis, verdeeld over drie verdiepingen. De ruimtes hebben klassieke verhoudingen en zijn per verdieping met elkaar verbonden tot een doorlopende museale route, rondom een centrale expositieruimte voor wisselende tentoonstellingen.








'Om het museum te verweven in het alledaagse, stedelijk programma zijn een aantal winkels, een filmhuis met drie zalen, een studio voor Omroep Friesland en een brasserie aan het gebouw toegevoegd.'


Een groot, uitkragend dakvlak boven het museum wordt door ranke kolommen gedragen. Het dak koppelt het museum aan de aangrenzende bebouwing en maakt een welkom gebaar naar de stad. De slanke kolommen refereren aan het 19e-eeuwse neoclassicistische Paleis van Justitie aan de overzijde van het plein.
Aan de pleinzijde wordt het gesloten volume met de museumzalen doorbroken door een enorme pui die de centrale hal van daglicht voorziet. Langs de pui loopt een monumentale trap omhoog naar de verschillende verdiepingen. Hier kijken bezoekers uit over het vernieuwde plein en toont het museum, als in een stedelijke vitrine, de kunst aan de stad.

