Het gebouw van de Hogeschool voor de Kunsten van Gerrit Rietveld is geheel gerenoveerd. Het uitgangspunt van de restauratie was om de oorspronkelijke architectonische kwaliteit zoveel mogelijk te handhaven en toch het gebouw aan te passen aan huidige comfort eisen. Een glazen loopbrug verbindt het gebouw met het erachter gelegen conservatorium.
Op een parkachtige plek tussen de Rijn en de steile heuvel van de eindmorene, gevormd in de eerste ijstijd, heeft Gerrit Rietveld de Academie voor Beeldende Kunst (1958 - 1963) ontworpen. Een transparant en helder paviljoen. De detaillering van de verschillende bouwdelen is doelmatig en sober. Zoals bij alle minimalistische gebouwen kenmerkt ook de HKA zich door de totale afwezigheid van enige overmaat. Dit maakt het aanpassen van het gebouw aan nieuwe, altijd toegenomen, eisen bij renovatie uiterst gecompliceerd. Het gebouw kenmerkt zich door een glazen huid die als een driedimensionale vliesgevel van enkelglas over de betonnen hoofddraagconstructie heen is getrokken. De vliesgevel is door Rietveld aan de buitenkant zo vlak mogelijk gedetailleerd. Bij de restauratie zijn wel hedendaagse comfortbehoeften, zoals ventilatie, verwarming en koeling en akoestisch comfort geintegreerd. Daarbij is pragmatisch te werk gegaan, maar steeds zo dat het resultaat van de pragmatiek zoveel mogelijk het oorspronkelijke idee van Rietveld en de beleving die daarbij hoort benadert. Dit betreft zowel de gevel als de interne ruimtebeleving. Bij de restauratie zijn wel hedendaagse comfortbehoeften, zoals ventilatie, verwarming en koeling en akoestisch comfort geintegreerd. Daarbij is pragmatisch te werk gegaan, maar steeds zo dat het resultaat van de pragmatiek zoveel mogelijk het oorspronkelijke idee van Rietveld en de beleving die daarbij hoort benadert. Dit betreft zowel de gevel als de interne ruimtebeleving.