Het van Beuningen - de Vriese paviljoen van museum Boijmans van Beuningen heeft de status van Rijksmonument gekregen. Het paviljoen is in 1991 ontworpen door Hubert-Jan Henket, oprichter van BiermanHenket. Hiermee zijn de sloopplannen van het paviljoen in het kader van de verbouwing van het museum van de baan.
In 2022 heeft het Cuypersgenootschap een verzoek gedaan aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tot uitbreiding van de bescherming voor het rijksmonument van Museum Boijmans Van Beuningen met de gebouwdelen ontworpen door A. Bodon en H.J. Henket. Het Cuypersgenootschap, dat zich inzet voor het behoud van erfgoed, had bezwaar tegen de sloop omdat het paviljoen van Henket een belangrijk voorbeeld is van museum-architectuur uit de jaren negentig. “Bovendien is het kapitaalvernietiging en weinig duurzaam om goede vierkante meters te slopen en te vervangen door dure nieuwbouw”, zegt Norman Vervat, kunsthistoricus en adviseur van het Cuypersgenootschap, in Trouw.
Wij feliciteren onze founder Hubert-Jan Henket met deze bijzondere erkenning van zijn werk, het paviljoen is op dit moment het jongste gebouw in Nederland met deze indrukwekkende status.
In het rapport van het ministerie staat uitgebreid beschreven welke overwegingen hebben geleid tot de toekenning. Een tweetal passages willen we hier graag citeren:
“Het Paviljoen Van Beuningen-De Vriese (1991) van Henket is een goed voorbeeld van neomodernistische architectuur, een typisch Nederlandse architectuurstroming waarin de functionalistische benadering, klassieke ontwerpprincipes en hightech-architectuur harmonieus samengaan. De bijzondere ontwerpkwaliteit komt tot uitdrukking in de evenwichtige manier waarop het paviljoen zich door zijn contrasterende hoofdvorm, detaillering, positionering en klassieke opbouw zowel onderscheidt als passend voegt in de context van het hoofdgebouw en de museumtuin.”
“Op het schaalniveau van het ensemble ontleent het Henketpaviljoen (1991) waarde aan de prominente positie tussen het hoofdgebouw en de museumtuin die beide in 1935 in onderlinge samenhang zijn gerealiseerd en in 2000 als rijksmonumenten zijn aangewezen. Op de organiserende centrale as haakt het symmetrische paviljoen aan op de circuits en zichtlijnen van het dominant in beeld blijvende hoofdgebouw en de tuin. Het vooruitgeschoven paviljoen versterkt de ruimtelijke relatie tussen hoofdgebouw en tuin. Door de aansluiting op de tuinzaal van het hoofdgebouw heeft het Henketpaviljoen een verhoogd uitzichtpunt dat een indrukwekkend uitzicht op de tuin biedt.”